Gespannen zaten ze voor me. Uitbehandeld. Dit was hun eindgesprek. Maar eigenlijk waren ze daar nog helemaal niet aan toe. Haar leeftijd was echter onveranderlijk; 43 jaar. Het staat zwart op wit in haar dossier. En dus mag ik haar niet meer behandelen. Veel vragen hadden ze, tijdens dat laatste gesprek. Of we niet nog een andere behandeling konden proberen dan IVF. Waarom we nu moesten stoppen terwijl ze amper 5 maanden geleden bij de punctie nog 9 eitjes had, waarvan er 4 kwalitatief zeer goede embryo’s waren geworden. Ze was zelfs zwanger toen, maar helaas eindigde de zwangerschap in een miskraam. Waarschijnlijk te wijten aan haar leeftijd. En nu was ook de laatste ingevroren embryo op. De vriezer leeg. De kansen voorbij. Of toch niet? Ze vroegen me of ze in het buitenland nog kansen hadden. In een kliniek waar ze niet gebonden zijn aan haar geboortedatum. Waar ze zelfs op ‘latere leeftijd’ nog van alles uit de kast halen om tot een zwangerschap te komen. Waar de dosering van de hormonen soms tot 2x onze maximale dosering gaat. Tja, en wat zeg je dan? Als je geen valse hoop wilt geven, maar je patiënten ook niet volledig wil demotiveren of half depressief en wanhopig wil achterlaten. Daarbij; zeg ik niet zelf altijd dat vertrouwen het aller belangrijkst is in de periode van kinderwens..? Maar mag ik ze nog hoop geven? En kan ik ze nog vertrouwen geven? Natuurlijk weet ik ook dat de kans op zwangerschap nog maar een paar procent is. Dat de kans op aangeboren afwijkingen en de kans op miskramen sterk toenemen op deze leeftijd. Maar aan de andere kant; ze werd wél zwanger een paar maanden geleden. En ze had op haar leeftijd nog 4 ‘topembryo’s’. Er zijn jongere vrouwen bij wie dat niet lukt. Hoop en wanhoop. Het blijft een lastig iets tijdens een vruchtbaarheidstraject. Voor de patiënt vooral. Maar ook voor de dokter. En niet alleen tijdens het eindgesprek, maar gedurende het gehele traject. Tenslotte wil iedereen graag van de dokter horen dat het ooit gaat lukken, dat er echt ooit een kindje zal liggen in het ledikantje dat nog van oma is geweest. Het liefst wil ik dat natuurlijk ook tegen ze zeggen. Ik kan het alleen niet beloven. Ik beschik niet over een glazen bol; kan geen garanties geven. Ik kan alleen maar eerlijk zeggen dat hoop de mens meer brengt dan wanhoop. En dat – op een paar uitzonderingen na – er altijd nog een kans op zwangerschap is, hoe klein ook. Nadat ik al hun vragen had beantwoord namen we afscheid. Daar gingen ze. Op zoek naar nieuwe kansen in het buitenland? Ik weet het niet. Als ze toch nog zwanger wordt zal ik het wel horen. Maar ik kan er niets meer aan doen. Ik kan alleen maar hopen.
Practice what you preach – het vervolg
Zes weken geleden plaatste ik op LinkedIn mijn blog ‘practice what you preach’.Toen, net voor de zomervakantie, merkte ik dat ik in de maanden daarvoor steeds minder energie had en me steeds minder ontspannen voelde.Eigenlijk was ik in de eerste helft van 2020 steeds...
0 reacties